Er gebeurt iets vreselijks, een milieuramp, een vleesfraude, een opstand van actievoerders. Het wordt gepubliceerd en vaak genoeg reageren directies daar op domme wijze op, crisis, what crisis? Zo weinig mogelijk aandacht aan besteden, ontkennen en een spreekverbod voor iedereen, gaat vanzelf over. Dit is een perfecte formule voor echte crisis.
Terwijl de directie de kop in het zand steekt doet het spreekverbod zijn verwoestende werking. Want bij ernstige calamiteiten blijven de feiten niet verzwegen. Ze worden één voor één onthuld als nieuwe geheimen. Er komen nieuwe gegevens in de pers, er wordt gespeculeerd over het zwijgen, het zal nog wel veel erger zijn, commentatoren vegen de vloer aan met het bedrijf.
Door het telkens uitlekken van nieuwe feiten groeit de sneeuwbal van negatieve publiciteit om met een verpletterende klap te landen op het bedrijf met zijn zwijgende directie. En dan moeten de heren met de billen bloot. Met het boetekleed aan bekennen ze schuld, stellen een onderzoekscommissie aan en beloven beterschap. Te laat, mea culpa.
De schade was met goede crisiscommunicatie veel beperkter geweest. Er zijn zelfs bedrijven die hun imago weten op te poetsen door het goed handelen van een crisis. Zie services.
