De trotse boeren zijn met hun demonstratie eigenlijk geen stap verder gekomen. Een van hun doelen is meer waardering, maar wat heb je eraan? Mijn moeder zei altijd: ‘praatjes vullen geen gaatjes, maar pannenkoek dat vult de boek’ (dialect voor buik).
Wat je boeren zou kunnen verwijten is dat ze lange tijd niet verder hebben gekeken dan de dag van morgen. Misschien kun je als ondernemer niet anders, maar het heeft wel de problemen veroorzaakt waar ze nu mee kampen. Al heel lang is bekend dat de natuur achteruit holt, dat dierenwelzijn een probleem is in de veehouderij, dat het mestoverschot een fundamentele aanpak vraagt en dat niet de chemie, maar een gezonde (ecologische) teeltwijze een betere oplossing is. Op uitzonderingen na hebben de boeren daar volgens mij weinig op ingespeeld. Ze werden gedwongen om aanpassingen te doen waarbij ze met tegenzin voldeden aan de regels en de mazen van de wet gebruikten om er onderuit te komen. Begrijpelijk, want de maatregelen die ze opgelegd krijgen kosten geld terwijl een vergoeding uitblijft. Daar is geen enkele ondernemer blij mee. Wat eigenlijk nog rest is om met schaalvergroting het hoofd boven water te houden. Dit levert extra tegenwind op in de vorm van discussies over megastallen.
Wat volgens mij ontbreekt is dat de boeren zijn gaan nadenken over waar ze staan (een productiewijze met gebreken) en waar ze naar toe zouden willen (een gezondere manier van produceren met een passende beloning). Ik weet dat het een bijzonder moeilijke opgave is om in een land dat tweederde van de landbouwproductie exporteert, iets aan prijsbeleid te doen. Echter, er zijn meer wegen naar Rome dan via internationale prijsnoteringen.
Wat de boeren kunnen doen is schetsen dat zij met steun van de maatschappij naar de landbouw van de toekomst willen met meer dierenwelzijn, geen milieudruk, meer biodiversiteit etc. Bij steun kun je denken aan hogere prijzen voor binnenlandse afzet en beloning voor dierenwelzijn, landschapsonderhoud en milieuvriendelijke productiemethoden. Kortom, een ander systeem van beloning. Met een dergelijke houding kom je verder dan klagen over regelgeving en zeggen dat je zo trots bent op wat je doet. Nederlandse boeren zijn efficiënt en duurzaam, maar als je verder kijkt zijn we nog niet waar we wezen moeten. Hoeveel trekkers je ook op het Malieveld parkeert, je kunt niet volhouden dat zoals het nu gaat, helemaal goed is.
Zoals gezegd, de boeren alleen komen er niet. Ook andere partijen zoals natuurorganisaties komen alleen geen stap verder. Steeds meer begint door te dringen dat een gezonde voedselproductie en een gezonde leefomgeving in het verschiet liggen als alle betrokken partijen hun schouders eronder zetten. Daarom heeft prof.dr. Louise Vet het Deltaplan Biodiversiteitherstel ontwikkeld. Ze verzamelt zoveel mogelijk partijen om mee te werken aan natuurherstel en in het verlengde daarvan ook aan een betere voedselproductie die voor iedereen werkt. Banken, natuurorganisaties, verwerkende industrie doen mee en uiteraard ook de boeren.
Een voor mij belangrijk onderdeel van het plan is de beloning van de boeren. De boeren wordt gevraagd de bedrijfsvoering aan te passen, maar anders dan in het verleden wordt er wel iets gedaan aan de beloning. Mevrouw Vet en haar medestanders zijn er namelijk van overtuigd dat je de boeren alleen meekrijgt als je ze ook adequaat beloont voor hun bijdrage. In dit kader zijn er talloze clubjes en projecten aan de slag met mest, biologische bestrijding, dierenwelzijn, beloningssystemen, alternatief produceren etc. Er wordt veel gesproken en er wordt veel gedaan, ook aan de beloning. Dit laatste is belangrijk, want zoals mijn moeder al zei: ‘praatjes vullen geen gaatjes, maar pannenkoek, dat vult de boek.’
