Communicatiespecialisten hameren altijd op heldere taal en een goede opbouw van de tekst. Vandaag laat ik zien wat dit inhoudt. Hieronder staat een brief van staatssecretaris Wiebes over de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsreslaties. Deze is een crime voor ZZP’ers gebleken. In deze brief wordt de wet uitgeschakeld en kunnen ZZP’ers weer rustig aan het werk. Waar het mij om gaat is hoe meesterlijk de brief is geschreven. Een krachtig statement aan het begin waardoor je precies weet waar je aan toe bent en een volstrekt heldere toelichting in het vervolg. Lees, leer en geniet.
Brief van Wiebes
Beste meneer/mevrouw,
De handhaving van de Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) wordt opgeschort tot in ieder geval 1 januari 2018 of zolang het kabinet bezig is met de herijking van de arbeidswetgeving. Over deze periode worden geen boetes of naheffingen opgelegd. Dit is op 18 november in een brief aan de Tweede Kamer bekend gemaakt.
In deze brief wil ik u verder informeren over wat dit voor opdrachtgevers en zzp’ers betekent.
Onderzoek criteria uit arbeidswetgeving
Het afschaffen van de VAR, per mei 2016, heeft bij opdrachtgevers en zzp’ers voor onrust en onzekerheid gezorgd. Opdrachtgevers zijn niet meer – zoals in de tijd van de VAR – gevrijwaard van het betalen van loonheffingen als achteraf sprake was van loondienst. Opdrachtgevers en zzp’ers zijn nu samen verantwoordelijk voor de manier waarop zij samenwerken. De regels (arbeidswetgeving) die bepalen of u in loondienst bent of niet zijn niet veranderd. Wel is veel zichtbaarder
geworden wanneer er volgens deze regels sprake is van loondienst.
Veel zzp’ers en opdrachtgevers ervaren dat de arbeidswetgeving niet meer past bij het huidige maatschappelijke beeld van een arbeidsverhouding. Dit is een belangrijke oorzaak van de onrust die is ontstaan sinds de invoering van de Wet DBA. Daarom gaat het kabinet samen met onder meer sociale partners de arbeidswetgeving onder de loep nemen. Het kabinet gaat onderzoeken hoe de criteria die belangrijk zijn bij het bepalen of er sprake is van loondienst concreter of anders ingevuld kunnen worden. Het kabinet wil haast maken met het onderzoek en hoopt nog vóór een volgend regeerakkoord met resultaten te komen.
Geen boetes of naheffingen tot in ieder geval 2018
Om dit proces de ruimte te geven gaat de Belastingdienst in ieder geval tot 1 januari 2018 of zolang het kabinet bezig is met de herijking van de arbeidswetgeving niet handhaven, tenzij zij een partij als kwaadwillend zien. Wie de Belastingdienst als kwaadwillend beschouwt leest u in de vragen en antwoorden in de bijlage bij deze brief.
Als een opdrachtgever een zzp’er inhuurt en de Belastingdienst achteraf constateert dat er sprake is van loondienst, zal de Belastingdienst geen naheffing, boetes en correctieverplichtingen voor de loonheffingen opleggen. In dat opzicht kunnen opdrachtgevers dus met een gerust hart zaken doen met zzp’ers. Als de Belastingdienst op een moment na 1 januari 2018 wel begint met handhaven en de implementatietermijn van de Wet DBA eindigt, wordt dit uiteraard op tijd en duidelijk aangegeven. De Belastingdienst handhaaft ook dan niet over de periode van 1 mei 2016 tot in ieder geval 1 januari 2018, de duur van de implementatieperiode.
Vervolg
Ik hoop dat u met deze brief meer duidelijkheid en zekerheid heeft over de Wet DBA. Zodra er meer bekend is over het herijken van de arbeidswetgeving wordt u hiervan op de hoogte gebracht. Voor verdere vragen en antwoorden wijs ik u daarnaast graag op de vragen en antwoorden die als bijlage bij deze brief zijn toegevoegd.
Met vriendelijke groet,
de staatssecretaris van Financiën,
Eric Wiebes
Bijlage bij brief over opschorting wet DBA: vragen en antwoorden
1. Wat betekent het uitstel voor het werken met modelovereenkomsten?
Partijen die al naar tevredenheid met elkaar volgens een modelovereenkomst werken kunnen dit gewoon blijven doen. Als opdrachtgevers en zzp’ers nog niet werken volgens een modelovereenkomst, maar als zij wel al goede afspraken willen maken, dan kunnen zij natuurlijk altijd de modelovereenkomsten op de website van de Belastingdienst gebruiken.
2. Is het nog nodig om een modelovereenkomst voor te leggen?
De Belastingdienst handhaaft niet, in ieder geval tot 1 januari 2018 of zolang de herijking van de arbeidswetgeving loopt. In afwachting van het onderzoek naar de criteria uit de arbeidswetgeving is het niet nodig om nu een overeenkomst voor te leggen aan de Belastingdienst. De Belastingdienst blijft uiteraard wel bereid om op verzoek een overeenkomst te beoordelen. De Belastingdienst beoordeelt dan, aan de hand van de huidige wetgeving, of uw overeenkomst leidt tot het werken buiten loondienst (dienstbetrekking).
3. Wie ziet de Belangdienst als kwaadwillend?
Kwaadwillend is de opdrachtgever of opdrachtnemer die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet – of had kunnen weten – dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking (en daarmee een oneigenlijk financieel voordeel behaalt en/of het speelveld op een oneerlijke manier aantast).
De Belastingdienst richt de handhaving nu eerst op de ernstigste gevallen: situaties waarin partijen evident buiten het wettelijk kader treden. Het gaat daarbij dus niet om een zelfstandige professional bij wie er ruis is over de gezagsrelatie. Het gaat wel om gevallen waarin opdrachtgevers opereren in een context van opzet, fraude of zwendel. Daarbij kunt u denken aan situaties waarin sprake is van listigheid, valsheid of samenspanning en situaties die leiden tot ernstige concurrentievervalsing, economische of maatschappelijke ontwrichting of waarin het risico aanwezig is van uitbuiting. Bij kwaadwillenden, zullen wij handhavend optreden. Wij kunnen aan kwaadwillenden dus correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen opleggen.
4. Is iemand van wie een eigen overeenkomst is afgewezen
kwaadwillend?
Nee. Iemand is kwaadwillend als hij aan onze definitie van kwaadwillend voldoet (zie vraag 3).
