Er zijn twee stromingen die hard trekken aan hervormingen in de landbouw. Dit zijn de mensen die werken aan technologische oplossingen en degenen die zoeken naar oplossingen in de ecologie. De opvattingen willen wel eens botsen, maar uit de clash ontstaat wel iets moois.
Veel mensen die werken in de huidige landbouw kunnen we typeren als mensen die zoeken naar technologische oplossingen. Voorbeelden zijn precisielandbouw, gentechnologie en het verbeteren van teeltomstandigheden. Ze proberen de productieomstandigheden naar hun hand zetten en zo een maximale opbrengst te behalen. Deze technologen worden ook wel de wizards of tovenaars genoemd. Deze benaming gaat terug op het boek ‘The Wizard and the Prophet’ van de Amerikaanse auteur Charles C. Mann.
Hun tegenhangers zijn dus de prophets, de profeten. Deze beschouwen de landbouw als onderdeel van het ecologisch systeem. Een bezwaar van de technologische benadering is namelijk dat de kans op grootschalige plagen en andere negatieve effecten op de omgeving toeneemt als landbouw los wordt gekoppeld van de natuur. Daartoe behoort ook de afname van de biodiversiteit. Zie bijvoorbeeld de teruggang van het aantal insecten en weidevogels.
De profeten denken vanuit de ecologie. Zij zoeken naar manieren om binnen ecologische systemen landbouw te bedrijven. Insecten met insecten, bacteriën of schimmels bestrijden, de bodem vruchtbaar houden met een gezond bodemleven of het sluiten van kringlopen. Het bezwaar van de profeten is dat zij inderdaad vooral prediken en in de landbouw nog weinig concrete resultaten hebben geboekt.
Debat tussen tovenaars en profeten
Wageningen Universiteit organiseerde vrijdag 29 maart 2019 naar aanleiding van Mann’s boek een debat tussen deze tovenaars, de technologen, en profeten, de ecologen. Op de keeper beschouwt is er een enorme tegenstelling in de benadering, maar tijdens het symposium bleek dat de opposanten elkaar veel te bieden hebben en gezamenlijk problemen van de huidige landbouw kunnen oplossen.
De voorstanders van een ecologische benadering zorgen voor een fundamenteel nieuwe benadering, namelijk dat we landbouw niet moeten zien als een fenomeen op zich, maar als een onderdeel van natuurlijke ecosystemen. Willen we onze omgeving en natuur in stand houden, dan is respectvol omgaan met ecologie de weg. Sterker nog, lukt het ons om gebruik te maken van ecologie in de landbouw, dan ligt de weg open om onze landbouw effectiever te maken. Bijvoorbeeld gewassen naast elkaar te telen die elkaar versterken, plagen bestrijden met de vijanden van plaagorganismen of met teelten de bodemgezondheid stimuleren voor opvolgende gewassen.
Aan de andere kant is technologie geen belemmering voor, maar juist een ondersteuning van de ecologische werkwijze. We kunnen meten hoe het gesteld is met planten en bodem, met technieken de natuur een handje helpen of met kleinschalige high-tech verzorgings- en oogstapparatuur werken op nieuwe ecologische boerderijen. Gentechnologie is bovendien een mogelijkheid om gewassen of ziektebestrijders snel geschikt te maken voor ecologische teelten. Kortom, er is nog veel mogelijk en een wereld te winnen.
Tijdens het symposium werd aan de deelnemers gevraag welke richting zij voorstaan, de ecologische of technologische. De meeste aanwezigen kozen voor beide.
